Achtergrond informatie
Jaarlijks worden in Nederland rond de 80.000 patiënten opgenomen op de Intensive Care (IC) afdeling. Overlevenden van een IC-opname kunnen nog jarenlang gezondheidsproblemen ervaren. De problemen die direct zijn toe te schrijven aan de IC-opname worden sinds 2012 beschreven met de overkoepelende term ‘Post Intensive Care Syndroom’ (PICS). PICS is gedefinieerd als nieuwe of verergerende problemen in het lichamelijke, mentale en/of cognitieve domein, ontstaan na het doormaken van een kritieke ziekte en die blijven bestaan na verblijf op een IC afdeling.
De meest voorkomende fysieke klachten zijn ernstige spierzwakte en algemene deconditionering, onder meer samenhangend met langdurige immobilisatie, sedatie en beademing. Belangrijke mentale klachten zijn angst, depressie en posttraumatische stress. Cognitieve klachten zijn bijvoorbeeld problemen met het geheugen, aandacht, ruimtelijke waarneming en taal.
De richtlijn is geschreven voor alle leden van de beroepsgroepen die betrokken zijn bij de zorg voor (voormalig) IC-patiënten en beschrijft de volgende onderwerpen:
- De nazorg en revalidatiezorg (tot 1 jaar na ontslag van de IC) voor patiënten die langer dan 48 uur een IC-behandeling (hebben) ondergaan.
- De mogelijke maatregelen ter preventie van PICS
Binnen de richtlijn wordt de rol en positie van de fysiotherapeut adequaat beschreven in de modules Preventie van Post Intensive Care Syndroom (PICS) en Organisatie van IC-nazorg, revalidatie en herstelzorg. De fysiotherapeut speelt een rol bij het bieden van fysieke training en (vroege) mobilisatie bij IC patiënten ter voorkoming of reductie van PICS. Er wordt hierin verwezen naar het KNGF Behandelprotocol fysiotherapie op de intensive care.